Press Release by the Federal Public Prosecutor’s Office - D1/002/18

Communiqué de presse

Betreft: internationale drugsmokkel en productie
 

In het kader van een dossier van het federaal parket betreffende internationale drughandel en productie, werden er op 8 en 9 januari 2018, door de federale gerechtelijke politie van Limburg, 19 huiszoekingen uitgevoerd.

Dit gebeurde op vraag van een onderzoeksrechter van Limburg. Deze huiszoekingen vonden plaats te Neerpelt, Lommel, Brecht, Hoogstraten, Borsbeek, Ravels, Nijlen, Baarle-Hertog, Tessenderlo, Gent, Deinze, Lubbeek, Geel, Brasschaat, Antwerpen en Deurne.

14 personen werden meegenomen voor verhoor. De onderzoeksrechter plaatste 13 van hen onder aanhoudingsmandaat.

Ze werden allen in verdenking gesteld van deelname aan een criminele organisatie en inbreuken op de wetgeving inzake verdovende middelen en psychotrope stoffen in vereniging.

Het betreffen:

 

- Edgard C., geboren op 11/04/1962

- Ronald B., geboren op 24/04/1971

- Carlos C., geboren op 02/04/1964

- Bert S., geboren op 01/03/1961

- Yener K., geboren op 30/12/1975

- Antoon V.D.P., geboren op 09/06/1964

- Rita D.K., geboren op 06/12/1953

- Luc P., geboren op 30/06/1968

- Marc C., geboren op 21/08/1971

- Bruno V., geboren op 06/10/1967

allen van Belgische nationaliteit

- Kimmie D., geboren op 11/05/1979, van Nederlandse nationaliteit

- Jacobus B., geboren op 19/10/1960, van Nederlandse nationaliteit

- Alis H., geboren op 18/12/1985, van Servische of Montenegrijnse of Servo-Montenegrijnse nationaliteit

Tegelijkertijd vonden er 9 huiszoekingen plaats in Nederland, meer bepaald in 8 woningen en 1 bedrijfspand in Casteren, Sint Willebrord, Raamsdonkveer, Roosendaal, Oudenbosch, Weert, Biest en Sprundel.

5 personen werden in Nederland van hun vrijheid beroofd ingevolge een Europees aanhoudingsbevel dat werd uitgevaardigd door de Belgische onderzoeksrechter.

Het betreffen:

- Franciscus V.B, geboren op 01/01/1972

- Antonius R., geboren op 05/12/1961

- Wilhelmus D.W., geboren op 30/01/1968

- Cornelis O., geboren op 29/11/1995

- Peter V., geboren op 09/12/1966

allen van Nederlandse nationaliteit.

Ook zij worden verdacht van deelname aan een criminele organisatie en inbreuken op de wetgeving inzake verdovende middelen en psychotrope stoffen in vereniging.

In België werden o.a. enkele handvuurwapens en verboden wapens inbeslaggenomen, evenals minstens 2 voertuigen voorzien van een bergplaats, computers, telefoons en contant geld.

In Nederland werden 1,5 kilo amfetamine, een geweer met demper, hennep(stekken), computers, telefoons, documenten, 0,5 kilo springstof en contant geld inbeslaggenomen.

Het onderzoek werd midden 2016 opgestart op basis van informatie afkomstig van het Federaal Agentschap voor Voedselveiligheid volgens dewelke ongewone bestellingen van chemische producten door een firma uit LOMMEL gedaan werden.

Het legt een vermoedelijk zeer goed gestructureerde criminele organisatie bloot, die zich op internationale schaal zou bezig houden met een multitude van facetten van internationale drugsmokkel en productie.

Het dossier dat werd opgestart bij het parket Limburg werd vrij snel, op hun vraag, overgenomen door het federaal parket.

Een magistraat van het parket van Limburg werd voor het gehele onderzoek gedelegeerd.

Lopende het onderzoek werden in Nederland, te Zeeland, Nispen, Waspik en Uden, loodsen aangetroffen waar chemische producten werden opgeslagen om vermoedelijk amfetamines of XTC te produceren, waar deze producten vervaardigd werden of waar cocaïne werd gewassen.

In de loods in Zeeland werd 52.280 liter afval aangetroffen van productie van synthetische drugs.

In België werden o.a. te Hamont-Achel en Ham labo’s aangetroffen waar amfetamines werden geproduceerd.

In het kader van het labo in Ham werden drie personen aangehouden.

Het betreffen Rob B., Kris VE. en Abdullah A. Voor een vierde persoon, een Nederlander, werd een Europees aanhoudingsbevel uitgevaardigd.

Voor het labo te Hamont-Achel is momenteel nog één persoon aangehouden, mn. Marinus W. Andere verdachten in het dossier zouden zich tevens verschillende malen schuldig gemaakt hebben aan het dumpen van chemische stoffen in de grensstreek.

In Heist-op-den-Berg, Hoogstraten en Wuustwezel (2) werden er cannabisplantages ontmanteld. Daarbij werden minstens 3000 volwassen cannabisplanten, meer dan 700 kleine plantjes en 15 zakken met cannabisoogst aangetroffen.

Wilhelmus W. werd aangehouden toen te Nazareth een loods werd aangetroffen met grondstoffen en hardware voor de aanmaak van psychotrope stoffen.

Uit het onderzoek is ook gebleken dat er verschillende malen cocaïne en cannabis met voertuigen die uitgerust waren met daartoe speciaal vervaardigde bergplaatsen, naar Malta werden gesmokkeld.

Met betrekking tot deze feiten werden in Malta vier personen aangehouden waaronder twee Belgische koeriers, Johnny H. en Carine D. Zij werden intussen veroordeeld tot 19 jaar gevangenisstraf.

Al deze feiten zouden aan deze criminele organisatie kunnen worden toegeschreven.

Het vermoedelijke kopstuk van de criminele organisatie J.H. werd op 20 december 2017 op heterdaad in Scheveningen, Nederland, aangehouden bij een transactie van 50kg cocaïne, in het kader van een diepgaande infiltratieoperatie.

Hierbij werden eveneens 7 andere personen aangehouden – Arjan K., Hendrik G., Colin D.H., Peter W., Cornelis R., Zahid M., Sergio K. - en uiteindelijk 56 kilo cocaïne in beslag genomen.

J.H. is een bij het Nederlandse Openbaar Ministerie bekende beroepscrimineel. Als hoofd van een criminele organisatie (York-bende) is hij in Nederland in 2003 veroordeeld tot een gevangenisstraf van 11 jaar vanwege de productie, handel en uitvoer van verdovende middelen. Hij liet zich daarbij uitsluitend leiden door de forse criminele winsten. In een ontnemingsprocedure is hij bovendien veroordeeld tot betaling van ruim 800.000 euro misdaadgeld aan de Nederlandse Staat.

Het doel van het onderzoek was niet alleen om de gehele criminele organisatie in beeld te brengen en zo veel mogelijk van haar leden te identificeren maar ook om zo ver mogelijk door te stoten naar de top van de organisatie.

Hiervoor werd heel nauw samengewerkt met de Nederlandse gerechtelijke autoriteiten en meer bepaald het landelijk parket, evenals met het parket van Limburg.

Uit diverse voorafgaande dossiers van het federaal parket, waarin reeds een aantal belangrijke veroordelingen vielen, is gebleken dat de regio Limburg geconfronteerd wordt met een vrij ernstige drugproblematiek.

Blijkbaar hebben verschillende criminele organisaties zich in deze regio gevestigd met het oog zich op een uitgebreide schaal schuldig te maken aan de productie en handel in verdovende middelen.

Het feit dat deze regio grenst aan Nederland speelt zeker een belangrijke rol.

Uit diverse onderzoeken is namelijk gebleken dat er een grote interactie is tussen beide landen in deze grenstreek.

Het reeds sinds 11 maart 2009 bestaande samenwerkingsprotocol tussen het federaal parket van België en het landelijk parket van Nederland (het FEDLAND-protocol) heeft hier eens te meer zijn nut bewezen.

Het federaal parket wenst te benadrukken dat het ontmantelen van dit soort organisaties die zich op deze schaal bezig houden met de smokkel en productie van drugs enkel en alleen mogelijk is door een ver doorgedreven internationale aanpak en een nauwe samenwerking tussen verschillende politiediensten en gerechtelijke autoriteiten over verschillende landen.

In dit dossier werden geavanceerde en complexe bijzondere opsporingsmethoden gebruikt. De onderzoekers werden geconfronteerd met diverse contra-strategieën, zoals het minimaal gebruik van telefoon en voertuigen, het afschermen van woningen middels allerhande veiligheidsmaatregelen, het gebruik van codetaal, contra observaties enz.

De federale gerechtelijke politie van Hasselt heeft bijna anderhalf jaar met een 15 koppige ploeg full time aan dit onderzoek gewerkt.

Er werden in totaal bijna 27.000 manuren besteed aan dit dossier.

Wij wensen vooral de enorme inzet van de federale gerechtelijke politie van Limburg en de landelijke eenheid van de nationale politie van Nederland te benadrukken, evenals de inspanningen van de bijzondere eenheden.

Ook is het belangrijk om de bijzonder intense samenwerking te vermelden tussen het federaal parket, het parket van Limburg en het landelijk parket.

 

****

 

Concerne : trafic international et production de stupéfiants

 

Dans le cadre d’un dossier du parquet fédéral sur le trafic international et la production de stupéfiants, la police judiciaire fédérale de Limbourg a mené 19 perquisitions les 8 et 9 janvier 2018.

Ces perquisitions ont eu lieu à la demande d’un juge d’instruction du Limbourg. Elles ont été menées à Neerpelt, Lommel, Brecht, Hoogstraten, Borsbeek, Ravels, Nijlen, Baarle-Hertog, Tessenderlo, Gand, Deinze, Lubbeek, Geel, Brasschaat, Anvers et Deurne.

14 personnes ont été emmenées pour audition. Le juge d’instruction en a placé 13 sous mandat d’arrêt.

Elles ont toutes été inculpées de participation à une organisation criminelle et d’infractions à la législation sur les substances stupéfiantes et psychotropes en association.

Il s’agit de :

- Edgard C., né le 11/04/1962,

- Ronald B., né le 24/04/1971

- Carlos C., né le 02/04/1964

- Bert S., né le 01/03/1961

- Yener K., né le 30/12/1975

- Antoon V.D.P., né le 09/06/1964

- Rita D.K., née le 06/12/1953

- Luc P., né le 30/06/1968,

- Marc C., né le 21/08/1971

- Bruno V., né le 06/10/1967

tous de nationalité belge

- Kimmie D., née le 11/05/1979, de nationalité néerlandaise

- Jacobus B., né le 19/10/1960, de nationalité néerlandaise

- Alis H., né le 18/12/1985, de nationalité serbe, monténégrin, serbo-monténégrin

Au même moment, 9 perquisitions ont été menées aux Pays-Bas, plus précisément dans 8 habitations et dans 1 immeuble d’exploitation à Casteren, Sint Willebrord, Raamsdonkveer, Roosendaal, Oudenbosch, Weert, Biest et Sprundel.

5 personnes y ont été privées de liberté à la suite d’un mandat d’arrêt européen délivré par le juge d’instruction belge.

Il s’agit de :

- Franciscus V.B., né le 01/01/1972

- Antonius R., né le 05/12/1961

- Wilhelmus D.W., né le 30/01/1968

- Cornelis O., né le 29/11/1995

- Peter V., né le 09/12/1966

tous de nationalité néerlandaise.

Ils ont également été inculpés de participation à une organisation criminelle et d’infractions à la législation sur les substances stupéfiantes et psychotropes en association.

En Belgique, plusieurs armes à feu et armes prohibées ont notamment été saisies, ainsi qu’au moins 2 véhicules avec une cache, des ordinateurs, des téléphones et de l’argent liquide.

Aux Pays-Bas, 1,5 kilo d’amphétamines, un fusil silencieux, des plantes de cannabis, des ordinateurs, des téléphones, des documents, 0,5 kilo d’explosifs et de l’argent liquide ont été saisis.

L’enquête a été ouverte mi-2016 sur base d’informations de l’Agence fédérale pour la sécurité de la chaîne alimentaire selon lesquelles des commandes inhabituelles de produits chimiques avaient été passées par une entreprise de LOMMEL.

Elle met vraisemblablement au jour une organisation criminelle très bien structurée qui serait active à une échelle internationale dans une multitude de facettes du trafic et de la production de stupéfiants.

Le dossier qui a été ouvert au parquet du Limbourg a été, à la demande de ce dernier, assez rapidement repris par le parquet fédéral.

Un magistrat du parquet du Limbourg a été délégué pendant toute la durée de l’enquête.

Au cours de l’enquête, des entrepôts ont été découverts aux Pays-Bas à Zeeland, Nispen, Waspik et Uden, où des produits chimiques ont été stockés pour probablement produire des amphétamines ou de l’ecstasy, où ces produits ont été fabriqués ou où de la cocaïne a été lavée.

52.280 litres de déchets provenant de la production de drogues synthétiques ont été retrouvés dans l’entrepôt à Zeeland.

En Belgique, des laboratoires ont notamment été découverts à Hamont-Achel et Ham, où des amphétamines étaient fabriquées.

Trois personnes ont été arrêtées dans le cadre de l’opération menée dans le laboratoire à Ham.

Il s’agit de Rob B., Kris VE. et Abdullah A. A charge d’une quatrième personne, de nationalité néerlandaise, un mandat d’arrêt européen a été délivré.

Pour le laboratoire de Hamont-Achel, une personne est toujours en détention préventive, Marinus W. D’autres suspects dans le dossiers auraient également déversé à plusieurs reprises des déchets chimiques dans la région frontalière.

Des plantations de cannabis ont été démantelées à Heist-op-den-Berg, Hoogstraten et Wuustwezel (2). Au moins 3.000 plantes de cannabis adultes, plus de 700 petites plantes et 15 sacs de récolte de cannabis ont été découverts à cette occasion.

Wilhelmus W. a été arrêté lors de la découverte à Nazareth d’un hangar contenant des matières premières et hardware pour la fabrication de substances psychotropes.

L’enquête a également révélé que de la cocaïne et du cannabis ont été transportés à plusieurs reprises vers Malte au moyen de véhicules équipés de caches spécialement conçues à cet effet.

En ce qui concerne ces faits, quatre personnes ont été interceptées, dont deux couriers belges, à savoir Johnny H. et Carine D. Ils ont entretemps été condamné à une peine d’emprisonnement de 19 ans.

Tous ces faits pourraient être attribués à cette organisation criminelle.

Le chef présumé de l’organisation criminelle, J.H., a été arrêté en flagrant délit le 20 décembre 2017 à Scheveningen, aux Pays-Bas, lors d’une transaction de 50 kg de cocaïne, dans le cadre d’une opération d’infiltration approfondie.

7 autres personnes – Arjan K., Hendrik G., Colin D.H., Peter W., Cornelis R., Zahid M., Sergio K. - ont également été arrêtées lors de cette opération, et 56 kilos de cocaïne ont finalement été saisis.

J.H. est un criminel professionnel connu du ministère public néerlandais. En tant que chef d’une organisation criminelle (bande York), il a été condamné en 2003 à une peine d’emprisonnement de 11 ans pour la production, le trafic et l’exportation de stupéfiants. Sa motivation était dictée exclusivement par les profits criminels considérables. Dans le cadre d’une procédure de saisie, il a également été condamné à payer à l’État néerlandais plus de 800.000 euros d’argent d’origine criminelle.

L’objectif de l’enquête était non seulement d’obtenir une image de l’ensemble de l’organisation criminelle et d’identifier autant de ses membres que possible, mais aussi de démanteler autant que possible le sommet de l’organisation.

À cette fin, il a été collaboré très étroitement avec les autorités judiciaires néerlandaises, et plus particulièrement avec le landelijk parket, ainsi qu’avec le parquet du Limbourg.

Il ressort de différents dossiers précédents du parquet fédéral dans lesquels plusieurs condamnations importantes ont déjà été prononcées, que la région du Limbourg est confrontée à une problématique de drogues relativement sérieuse.

Plusieurs organisations criminelles se sont vraisemblablement établies dans cette région afin de se rendre coupable de la production et du trafic à grande échelle de stupéfiants.

Le fait que cette région se situe à la frontière avec les Pays-Bas joue certainement un rôle important

Plusieurs enquêtes ont en effet démontré qu’il y a une grande interaction entre les deux pays dans cette région frontalière.

Le protocole de coopération entre le parquet fédéral de Belgique et le landelijk parket néerlandais (le protocole FEDLAND), qui existe depuis le 11 mars 2009, a une fois de plus montré toute son utilité.

Le parquet fédéral tient à insister sur le fait que le démantèlement de ce genre d’organisation active à grande échelle dans le trafic et la production de drogues, n’est possible que grâce à une approche internationale approfondie et à une coopération étroite entre différents services de police et autorités judiciaires de plusieurs pays.

Des méthodes particulières de recherche avancées et complexes ont été utilisées dans ce dossier. Les enquêteurs ont été confrontés à diverses contre-stratégies, comme l’utilisation minimale du téléphone et de véhicules, la protection d’habitations au moyen de toutes sortes de mesures sécurité, l’utilisation d’un langage codé, des contre-observations, etc.

La police judiciaire fédérale de Hasselt a travaillé sur cette enquête pendant près de un an et demi avec une équipe de 15 membres à plein temps.

Au total, près de 27.000 heures ont été consacrées à ce dossier.

Nous tenons surtout à souligner l’énorme investissement de la police judiciaire fédérale du Limbourg, de landelijke eenheid de la police nationale des Pays-Bas, ainsi que les efforts des unités spéciales.

Il convient également de signaler la coopération particulièrement intensive entre le parquet fédéral, le parquet du Limbourg et le landelijk parket.

 

Communiqué de presse

Autres Communiqué de presse