Studiedag over eergerelateerd geweld van het Openbaar Ministerie

Nieuws

Studiedag over eergerelateerd geweld van het Openbaar Ministerie in samenwerking met het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen (IGVM) en de vzw INTACT

Sinds verscheidene jaren wordt er zowel op internationaal niveau als in België meer aandacht geschonken aan het "eergerelateerd geweld" of de "eerwraak". Onder deze vormen van geweld vallen de vrouwelijke genitale verminkingen, de gedwongen huwelijken of de gedwongen wettelijke samenwoning.

De Verenigde Naties, de Raad van Europa, de Europese Unie (EU) en tal van Belgische studies bevelen het uitstippelen van een specifiek strafrechtelijk beleid over eergerelateerd geweld aan om tot een uniforme toepassing van het strafrecht te komen, een gevoel van straffeloosheid ten aanzien van daders te vermijden en de slachtoffers te beschermen. De specifieke aanpak van eergerelateerd geweld moet vooral gestoeld zijn op een betere kennis van het fenomeen door de personen die actief zijn op het terrein.

Het College van Procureurs-generaal en de minister van Justitie hebben daartoe een nieuwe omzendbrief van strafrechtelijk beleid goedgekeurd, waarvan de inhoud en de eraan gerelateerde uitdagingen werden toegelicht tijdens een door het openbaar ministerie georganiseerde studiedag in samenwerking met het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen (IGVM) en de vzw INTACT.

Op vrijdag 5 mei 2017 hebben ongeveer 150 magistraten, politieambtenaren en personen die actief zijn op het terrein, deelgenomen aan deze studiedag om een beter begrip te krijgen van alle facetten van het eergerelateerd geweld en de inhoud van de nieuwe omzendbrief (COL 6/2017) van strafrechtelijk beleid te ontdekken.

Tijdens het eerste deel werden de context en de realiteit op het terrein gedetailleerd geschetst aan de hand van tussenkomsten en uitvoerige, aangrijpende en leerrijke getuigenissen. Na een inleiding door Christian De Valkeneer, procureur-generaal te Luik, heeft Marijke Weewauters, diensthoofd van het federaal steunpunt “Gendergeweld” van het IGVM, het raamwerk uitgeklaard, waarbij de Belgische en de Europese beleidsoriëntaties ter zake werden voorgesteld. Aissatou Diallo, vrijwilligster bij de vzw GAMS in België, heeft als eerste getuigd over haar ervaringen als slachtoffer en vrijwilligster. Riet Verstraeten van de politiezone Brussel-Hoofdstad Elsene, heeft vervolgens haar expertise hieromtrent toegelicht. France Blanmailland, advocate en voormalig voorzitster van de Hoge Raad voor de Justitie (HRJ), herinnerde aan het schrijnende verhaal van de moord op Sadia Sheikh en besprak de hieruit getrokken conclusies.

Gily Coene, professor aan de VUB en directrice van het centrum RHEA, en Els Leye, professor bij het International Centre for Reproductive Health, UGent & RHEA-VUB, stelden de resultaten voor van een kwalitatief onderzoek van de UGent en de VUB om het eergerelateerd geweld wetenschappelijker te omkaderen.

De studiedag werd voortgezet met opvallende bijdragen van Dr. Martin Caillet, geneesheer bij het departement Gynaecologie-Verloskunde van het UMC Sint-Pieter te Brussel, en vroedvrouw Fabienne Richard, die ons via onvergetelijke beelden op de hoogte hebben gebracht van de medische en psychologische aspecten van de vrouwelijke genitale verminkingen.

De ochtend werd afgesloten met de vervolgingservaringen door Dr. Janine Janssen, hoofd Onderzoek van het Landelijk Expertise Centrum (LEC) Eergerelateerd geweld in Nederland.

Na de lunchpauze, die het voor de deelnemers mogelijk heeft gemaakt om elkaar te ontmoeten en gedachten uit te wisselen over hun werkmethoden en ervaringen, berichtte François Bonnecarrere, substituut-procureur van de Republiek en adjunct-leidinggevende van de sectie Jeugd van het parket te Parijs, over de vervolgingservaringen in Frankrijk.

Vervolgens vertelde Sophie Wolf, substituut-procureur des Konings te Luik, hoe ze als magistraat op het terrein in België eergerelateerd geweld beleeft.

Na de uitwisseling van deze ervaringen woonden we een zeer verhelderende uiteenzetting bij van Johan Put, gewoon hoogleraar aan de KULeuven, over de vraagstukken in verband met het beroepsgeheim.

Na al deze waardevolle bijdragen, die het mogelijk hebben gemaakt zich een realistischer en vollediger beeld te vormen van het eergerelateerd geweld, hebben Maïté De Rue, substituut-procureur-generaal te Luik, en Isabelle Leclercq, beleidsadviseur bij de Steundienst van het openbaar ministerie, uitgebreid de nieuwe omzendbrief van strafrechtelijk beleid toegelicht, die in werking zal treden op 1 juni 2017.

Tot slot heeft Koen Geens, de minister van Justitie, zijn conclusies voorgesteld aan een tevreden publiek, dat voortaan zelf beter de gevallen van eerwraak zal kunnen vervolgen.

Nieuws

Ander Nieuws