Federaal Parket - Opdrachten

Welke opdrachten?

1. De uitoefening van de strafvordering

a. Het federaal parket oefent de strafvordering uit in het kader van een limitatieve lijst van misdrijven bedoeld in artikelen 144ter en volgende van het Gerechtelijk wetboek. In de lijst zijn de volgende misdrijven opgenomen:

  • misdaden en wanbedrijven tegen de veiligheid van de Staat;
  • bedreiging met een aanslag of diefstal van kernmateriaal;
  • georganiseerde mensensmokkel en mensenhandel;
  • illegale wapenhandel;
  • bendevorming en criminele organisaties;
  • terrorisme;
  • de hiermee samenhangende misdrijven;
  • de misdrijven die in belangrijke mate verschillende rechtsgebieden betreffen of een internationale dimensie hebben, in het bijzonder die van de georganiseerde criminaliteit.

De strafvordering in deze materies wordt slechts uitgeoefend door het federaal parket op voorwaarde dat een goede rechtsbedeling dit vereist: de tussenkomst van het federaal parket moet een meerwaarde betekenen.

De federale procureur gelast zich met het dossier in overleg met de procureur des Konings of met de arbeidsauditeur.

b. Het federaal parket oefent ook bij voorrang op een lokaal parket de strafvordering uit in het kader van:

  • misdrijven door Belgische militairen gepleegd in het buitenland in vredestijd;
  • dossiers met betrekking tot ongevallen met vliegtuigen, schepen en parachutes in het militair milieu. 

c. Ten slotte oefent het federaal parket exclusief de strafvordering uit in het kader van:

  • ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht;
  • daden van piraterij op zee gepleegd tegen Belgische schepen of wanneer de verdachten door Belgische militairen worden aangehouden.

2. Coördinatie van de uitoefening van de strafvordering

Het federaal parket zorgt eveneens voor de coördinatie van de uitoefening van de strafvordering wanneer met elkaar samenhangende feiten bij verschillende procureurs des Konings of verschillende onderzoeksrechters aanhangig worden gemaakt. De rol van het federaal parket bestaat erin de bevoegdheidsconflicten tussen gerechtelijke overheden te voorkomen en op te lossen.

In dit kader kan het federaal parket:

  • ofwel coördinatievergaderingen organiseren en ondersteuning bieden om de doorstroming en uitwisseling van informatie tussen de nationale of internationale gerechtelijke en politionele autoriteiten te verbeteren;
  • ofwel de strafdossiers in éénzelfde parket of bij éénzelfde onderzoeksrechter centraliseren.

De federale procureur oefent deze coördinatieopdracht uit in overleg met de procureurs des Konings of met de arbeidsauditeurs. Deze coördinatieopdracht geldt ten aanzien van alle misdrijven.

3. Het vergemakkelijken van de internationale samenwerking

Het federaal parket:

  • kan de Belgische en buitenlandse gerechtelijke autoriteiten ondersteunen op alle gebieden van internationale wederzijdse rechtshulp in strafzaken;
  • vormt het centraal gerechtelijk aanspreekpunt voor de buitenlandse gerechtelijke autoriteiten en de internationale instellingen (dringende of niet-lokaliseerbare zaken);
  • komt tussen in de procedure van het Europees aanhoudingsbevel en het inzetten van gemeenschappelijke onderzoekteams;
  • vormt het verplicht contactpunt voor de Belgische vertegenwoordigers van EUROJUST en de Belgische verbindingsofficieren. Op grond van de wet van 5 februari 2016 (Potpourri II) hebben het Belgische lid van Eurojust en zijn adjunct het statuut en de bevoegdheden van federale magistraten. Zij oefenen hun functie uit onder het gezag van de federale procureur.

Verschillende magistraten van het federaal parket zijn bovendien contactpunten van het Europees justitieel netwerk.

4. Het toezicht op de algemene en bijzondere werking van de federale politie

Dit betekent in hoofdzaak :

  • erover waken dat de gespecialiseerde gerechtelijke opdrachten door de algemene gerechtelijke directie van de federale politie worden uitgevoerd overeenkomstig de vorderingen van de gerechtelijke overheden,
  • toezicht houden op de werking van de Centrale Dienst voor de Bestrijding van de Corruptie (CDBC) van de federale politie.

5. Getuigenbeschermingscommissie

De federale procureur is voorzitter van de getuigenbeschermingscommissie.

6. De bijzondere opsporingsmethoden

Het federaal parket staat in voor de uniforme en coherente toepassing van de bijzondere opsporingsmethoden door de politiediensten (observaties, infiltraties, informantenwerking, enz.). In sommige gevallen behandelt het ook de rechtshulpverzoeken die een beroep doen op het gebruik van deze bijzondere methoden.

7. Het terrorisme

Afgezien van de uitoefening van de strafvordering in deze materie staat het federaal parket ook in voor de uniforme en coherente uitbouw van de strijd tegen het terrorisme.

8. De nationale DNA-cel

Sinds 10 juni 2017 werd de nationale DNA-cel geïntegreerd in het federaal parket. 

Deze cel speelt een belangrijke rol in het kader van de identificatie van verdachte personen na een positieve genetische vergelijking.

9. De nationale slachtoffercel

De slachtoffercel is een nationale en gecentraliseerde steundienst. In federale en lokale dossiers van enige omvang biedt zij interne en externe bijstand bij aangelegenheden en kwesties in verband met slachtoffers. Het kan gaan om feiten die zich in België voordoen of om feiten die in het buitenland plaatsvinden en waarbij Belgische slachtoffers betrokken zijn.