Vereenvoudigde processen-verbaal

Begripsomschrijving en historiek

De procedure van de vereenvoudigde processen-verbaal wordt vaak ook aangeduid als 'elektronisch vereenvoudigd proces-verbaal', 'procedure van vereenvoudigde registratie' of 'melding'. Gemakshalve hebben wij het hier alleen over het 'vereenvoudigd proces-verbaal', afgekort als VPV.

De omschrijving van VPV is historisch gebaseerd op de omzendbrieven van de procureurs-generaal van Antwerpen en Gent: het gaat om PV's met een registratie van de belangrijkste materiële elementen van inbreuken die relatief weinig ernstig zijn en/of waarvan de verdachte niet gekend is. Voorbeelden zijn enkelvoudige diefstallen (o.m. van fietsen) zonder geïdentificeerde dader, niet aangifte van woonstverandering, ruzies of relationele moeilijkheden (met uitzondering van zaken van intrafamiliaal geweld) of sluikstorten door ongekende dader. Deze VPV's worden bij de politie uitsluitend op elektronische drager bewaard en worden dus niet aan de procureur des Konings overgemaakt. De politie bezorgt alleen een maandelijkse listing van VPV's aan de procureur des Konings, zodat hij in de mogelijkheid is om toezicht uit te oefenen en een VPV kan opvragen. Deze listings bevatten alleen het notitienummer, een korte omschrijving van het strafbaar feit, de kwalificatie, de plaats en het tijdstip van het feit en de identiteit van de betrokkenen.

Op 1 juli 2005 werd de omzendbrief COL 8/2005 van het College van Procureurs-generaal van kracht betreffende het ambtshalve politioneel onderzoek (APO) en het vereenvoudigd proces-verbaal. Deze omzendbrief geeft een nationale definitie van het begrip vereenvoudigd proces-verbaal, preciseert het toepassingsgebied en de limitatieve lijst van de inbreuken die in aanmerking komen voor het opstellen van een VPV. Tevens bepaalt ook deze omzendbrief dat VPV’s zelf in principe niet aan de procureur des Konings worden overgemaakt - tenzij deze daarom verzoekt of tenzij zich nieuwe elementen aandienen die het opstellen van een gewoon proces-verbaal noodzakelijk maken - maar worden door de verbaliserende politiedienst bewaard op elektronische drager. Daarom worden de VPV’s in regel niet ingevoerd als gewone zaken en precies daarom ook worden zij niet als gewone zaken in de jaarstatistiek van het Openbaar Ministerie geteld.

Op 1 april 2015 trad een herziene versie van omzendbrief COL 8/2005 in werking. Hierin worden twee extra types van APO-zaken voorzien, namelijk 'APO onbekende dader' en 'vereenvoudigde APO'. Deze twee soorten zaken worden op basis van listings door de parketten geregistreerd en nadien geseponeerd. Het parket kan die zaken echter steeds opvragen waarna ze op de klassieke manier afgehandeld worden. De herziening van omzendbrief COL 8/2005 zorgt er aldus voor dat de praktijk van 'niet-verzonden APO'-zaken (die reeds meerdere jaren in verschillende parketten bestond) officieel geregeld wordt op nationaal niveau.

De jaarstatistiek van het Openbaar Ministerie houdt dus geen rekening met VPV's die enkel op listing aan de parketten worden overgemaakt en evenmin met de 'APO onbekende dader'- en 'vereenvoudigde APO'-zaken. Slechts die VPV’s die door de procureur des Konings worden opgevraagd krijgen het karakter van gewone processen-verbaal en maken het voorwerp uit van de tellingen in de jaarstatistiek van het Openbaar Ministerie. De 'APO onbekende dader'- en 'vereenvoudigde APO'-zaken worden eveneens enkel geteld indien geregistreerd werd dat men de APO-zaak uiteindelijk toch overmaakte aan het parket. Ook de zaken die in het verleden als 'niet-verzonden APO' geregistreerd werden (en dus vanaf de herziening van omzendbrief COL 8/2005 als 'APO onbekende dader' of 'vereenvoudigde APO' moeten geregistreerd worden), worden niet geteld in deze jaarstatistiek.

Statistische gegevens

In het verleden (tot en met referentiejaar 2007) werden de cijfergegevens met betrekking tot het aantal vereenvoudigde processen-verbaal door de statistisch analisten opgevraagd bij de correctionele parketten. Vanaf referentiejaar 2008 zijn ze afkomstig van de gegevensbank ANG van de federale politie.

Deze gegevens zijn gebaseerd op downloads uit de ISLP systemen (voor elk referentiejaar op basis van een extractie die in januari van het daaropvolgende jaar gebeurde) en zijn dus enkel afkomstig van de lokale politiezones. PIP, FEEDIS en andere voedingssystemen van ANG zijn hier niet in rekening gebracht.

TABEL C

Aantal vereenvoudigde processen-verbaal op listing per parket

tabel C voor 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022
  n
ANTWERPEN ANTWERPEN 113.097
LIMBURG 36.551
RECHTSGEBIED 149.648
BERGEN BERGEN-DOORNIK 32.587
CHARLEROI 29.605
RECHTSGEBIED 62.192
BRUSSEL BRUSSEL 138.461
LEUVEN 20.357
WAALS-BRABANT 19.485
RECHTSGEBIED 178.303
GENT OOST-VLAANDEREN 90.054
WEST-VLAANDEREN 63.032
RECHTSGEBIED 153.086
LUIK LUIK 54.019
LUXEMBURG 8.741
NAMEN 15.929
EUPEN 2.165
RECHTSGEBIED 80.854
BELGIE 624.083

Bron: ANG - Federale politie

Om de lezer toe te laten deze gegevens genuanceerd te interpreteren, vermelden wij de volgende aandachtspunten:

De voorgaande jaren wezen we erop dat in sommige parketten de registratie van de VPV’s anders gebeurde dan voorgeschreven in de omzendbrieven. Vanaf januari 2007 werd een extra veld toegevoegd met het oog op de uniformisering van de registratie van de VPV’s. Een verkeerd gebruik van dit veld kan leiden tot een onder- of overschatting van het aantal in de jaarstatistiek getelde zaken.

Mogelijke invloed van de verschillende toepassingen van VPV's op de jaarstatistiek van het Openbaar Ministerie

Het blijkt dat tussen de rechtsgebieden, maar ook binnen een zelfde rechtsgebied verschillende regels en praktijken bestonden met betrekking tot VPV's. Hiermee dient rekening gehouden te worden bij de interpretatie van de tabellen. De toepassing van de procedure van de VPV's kan immers het aantal zaken dat jaarlijks op een parket instroomt beïnvloeden evenals het relatief aandeel van de getroffen beslissingen in die zaken.

In parketten waar de procedure van VPV op grote schaal wordt toegepast, waar dus de VPV's enkel op listings worden overgemaakt en niet worden ingevoerd, is het aantal ingestroomde zaken in tabel 1 van de transversale analyse lager in verhouding tot de parketten waar de praktijk van de VPV niet wordt toegepast óf waar de VPV's worden ingevoerd als gewone zaken.

Aangezien VPV's vooral worden opgesteld voor feiten van gering maatschappelijk belang en/of met onbekende dader, heeft het opstellen van VPV's een invloed op de onderlinge verhouding van de beslissingen in de geregistreerde zaken. Zo zijn o.a. het aantal en het percentage geseponeerde zaken met motief 'dader onbekend' lager in gerechtelijk arrondissementen waar een groot deel van deze zaken met een VPV wordt afgehandeld, er zijn minder onmiddellijke zonder gevolg klasseringen, het percentage gedagvaarde zaken ligt hoger, enz.

Tenslotte merken we op dat ook verschillen in de mate waarin de parketten processen-verbaal ontvangen met betrekking tot de “APO onbekende dader”- en “vereenvoudigde APO”-procedure een gelijkaardige invloed hebben op de jaarstatistiek. In de mate van het mogelijke werden op basis van lokale registratiepraktijken procedures uitgewerkt om die “niet verzonden APO”-zaken niet mee te tellen als in- en uitstroom van de parketten.

Jaarstatistiek van de correctionele parketten
Opsporing en vervolging van strafzaken door de parketten bij de rechtbanken van eerste aanleg
http://www.om-mp.be/stat/