Het betreft een dodelijk arbeidsongeval op 19 november 2013 bij de NV Total Raffinaderij Antwerpen waarbij twee werknemers van de firma BVBA Team Industrial Services Belgium om het leven kwamen: zij voerden een herstelling uit aan een lekdichtingsklem die rond een klep stond. Deze klep explodeerde met de noodlottige gevolgen.
Volgens de FOD WASO, dienst Chemische Risico’s was de explosie mogelijk door de opeenstapeling van gebeurtenissen door de tijd heen. Geen enkele van deze gebeurtenissen was op zich voldoende om tot het ongeval te leiden.
Zowel de fabrikant van de klep, de installateur van de klep, de werkgever van de slachtoffers, de opdrachtgever voor de herstelling en de slachtoffers zelf waren bij deze gebeurtenissen betrokken.
Mijn ambt klasseerde het dossier eerst zonder gevolg om opportuniteitsredenen doch de nabestaanden stelden zich burgerlijke partij voor de onderzoeksrechter waarop een deskundige werd aangesteld. Deze komt tot +- dezelfde vaststellingen als Chemische risico’s maar weerhoudt fouten in hoofde van de slachtoffers maar ook in hoofde van de reeds betrokken partijen en het controleorganisme vóór aflevering van de klep.
Mijn ambt meent op basis van het verslag van de deskundige dat er voldoende aanwijzingen zijn van inbreuken op de arbeidsveiligheid (Welzijnswet van 4 augustus 1996 en bij samenhang onopzettelijke slagen en verwondingen met de dood tot gevolg en vraagt hiervoor de verwijzing van alle partijen.
Een van de inverdenkinggestelden vroeg vandaag voor de Raadkamer bijkomend onderzoek: de onderzoeksrechter zal nu hierover oordelen. De zaak werd onbepaald uitgesteld.
Pieter Wyckaert,
Persmagistraat arbeidsauditoraat Antwerpen, afdeling Antwerpen