Het parket West-Vlaanderen heeft in samenspraak met het parket-generaal Gent beroep aangetekend tegen de drie vonnissen van de Nederlandstalige tuchtrechtbank, waarbij uitspraak werd gedaan over de tuchtrechtelijke inbreuken lastens de afdelingsprocureur van Ieper, de afdelingsprocureur van Brugge en een parketjuriste uit Brugge.
In een eerste dossier met betrekking tot examenfraude besliste de Nederlandstalige tuchtrechtbank op 6 februari 2025 om de afdelingsprocureur van Ieper met twee graden terug te zetten naar de functie van substituut-procureur des Konings. In een tweede dossier werd op 20 februari 2025 uitspraak gedaan, waarbij een parketjuriste uit Brugge geschorst werd voor een periode van twaalf maanden. In beide dossiers werd beroep ingesteld.
In een ander tuchtdossier lastens de afdelingsprocureur te Brugge oordeelde de Nederlandstalige tuchtrechtbank dat er wel degelijk sprake was van uitlatingen die niet passend zijn voor een magistraat, maar werd er beslist om geen tuchtsanctie op te leggen. Tegen deze uitspraak werd eveneens beroep ingesteld.
De drie tuchtzaken zullen nu in hoger beroep verder behandeld worden door de tuchtrechtbank in Brussel.