De pensioenhervorming die de regering op dit moment eenzijdig en zonder enig overleg doorvoert, zal een uitzonderlijke en ongeziene impact hebben op de pensioenen van de magistraten en een deel van de personeelsleden van het
Openbaar Ministerie en dus ook van het federaal parket.
De magistraten van het federaal parket beseffen dat iedereen moet bijdragen om de pensioenen betaalbaar te houden.
Maar niet op deze manier.
Niet zonder voorafgaand overleg.
Niet met een totaal gebrek aan respect voor de magistratuur als derde macht.
Niet met een duidelijke miskenning van de belangrijke verantwoordelijkheden en de bijzondere maatschappelijke rol van zowel de magistraten als het gerechtspersoneel.
Een onafhankelijke en kwaliteitsvolle magistratuur die kan weerstaan aan elke vorm van druk en of beïnvloeding is cruciaal in een Rechtsstaat.
Net als sommige andere korpsen van het Openbaar Ministerie, voert het federaal parket binnen het kader van wat op 25 april 2025 werd besproken tijdens het College van het openbaar ministerie met alle korpschefs en hoofdsecretarissen, de volgende acties:
- er worden geen elementen van antwoorden meer verschaft in het kader van parlementaire vragen;
- we behouden ons het recht voor om geen gevolg meer te geven aan bepaalde vragen tot advies of deelname aan werkgroepen uitgaande van de Uitvoerende en Wetgevende Macht;
- we stemmen niet langer in met de opschorting van de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraffen op verzoek van de minister van Justitie omdat het behoort tot de kernopdracht van het Openbaar Ministerie om uitgesproken straffen ten uitvoer te leggen;
- federale magistraten kunnen de rechtbanken en hoven verzoeken om de behandeling van de zaak uit te stellen tot na het gerechtelijk verlof van juli/augustus 2025. Indien het hof of de rechtbank weigert hierop in te gaan, kan de federale magistraat de toepassing van de wet vragen.
Uitzondering wordt gemaakt voor:
- dossiers waarin één of meerdere personen aangehouden zijn
- terrorismezaken
- assisenzaken
- zedenzaken
- zittingen waarop het vonnis of het arrest wordt uitgesproken
- dossiers waarvan de magistraat titularis, in overleg met de magistraat sectiehoofd en de federale procureur, van oordeel is dat zij toch dienen te worden behandeld om redenen eigen aan de zaak.
Dossiers waarin overeenkomstig de voormelde regels een uitstel zou worden gevraagd, worden niet op zitting gebracht: geen dagvaarding, geen regeling van de rechtspleging, geen fixatie.
Voorafgaand aan de zitting, zal contact worden opgenomen met de voorzitter van de kamer en of de griffie, de betrokken advocaten en, indien mogelijk, de betrokken partijen om hen op de hoogte te brengen van het voornemen om uitstel te vragen.
Concreet wensen wij met deze acties:
- niet meer voor voldongen feiten te worden geplaatst, zoals het voorontwerp van programmawet dat zonder enig overleg en volledig eenzijdig op 11 april 2025 door de regering werd goedgekeurd;
- een gedetailleerd overzicht te bekomen van alle maatregelen die de regering tijdens de legislatuur van plan is te nemen met een impact op onze pensioenen;
- een gedetailleerde en becijferde impactanalyse van al deze maatregelen te bekomen;
- de nodige tijd te krijgen om deze maatregelen en impactanalyse te kunnen analyseren en intern overleg te plegen;
- een overleg te bekomen tussen de Adviesraad van de magistratuur, het College van het openbaar ministerie, het College van de hoven en rechtbanken en de entiteit Cassatie met de regering, meer bepaald de minister van Pensioenen en de minister van Justitie, over al deze maatregelen en impactanalyse, om tot een evenwichtig en onderhandeld pakket van maatregelen te komen.
In afwachting hiervan vragen wij dat alle maatregelen met betrekking tot de pensioenhervorming “on hold” zouden worden gezet.
Quote federale procureur, Ann Fransen: "Een pensioenhervorming die ingrijpt in de rechten van magistraten mag nooit het resultaat zijn van eenzijdige beslissingen, maar moet het evenwichtig product zijn van een respectvol en duurzaam overleg, met eerbied voor de Rechtsstaat en de rol van de magistratuur als derde macht."