Geschiedenis 25 jaar College van procureurs-generaal

Het College van procureurs-generaal bestaat 25 jaar en evolueerde sterk in de loop van de geschiedenis. Het past zich voortdurend aan de steeds veranderende criminaliteitsomgeving aan en werkt proactief aan een betere werking van Justitie.

 

1997: Oprichting College van procureurs-generaal

Eind jaren negentig was er een sterke nood om, in het algemeen belang én voor de burgers, de doeltreffendheid van Justitie te verbeteren. In dit verband werd op 4 maart 1997 het College van procureurs-generaal opgericht.

Het College van procureurs-generaal heeft 3 opdrachten:

  • Het is verantwoordelijk voor de ontwikkeling van een samenhangend strafrechtelijk beleid.
  • Het is verantwoordelijk voor de goede werking van het Openbaar Ministerie.
  • Het adviseert de minister op diens verzoek in dossiers die handelen over het Openbaar Ministerie

 

2000: Oprichting expertisenetwerken

In 2000 gingen, met de hulp van de toenmalige Dienst voor Strafbeleid, verschillende expertisenetwerken van start. In deze netwerken zitten OM-experten van op het terrein, eventueel aangevuld met andere deskundigen. Ze ondersteunen het College van procureurs-generaal en werken rond fundamentele thema’s zoals:

  • Criminaliteitsbeleid
  • Strafprocedure
  • Terrorisme
  • Georganiseerde misdaad
  • Mensenhandel en mensensmokkel
  • Milieu
  • Cybercriminaliteit
  • Verkeersveiligheid
  • Internationale samenwerking in strafzaken

De expertisenetwerken analyseren elk voor hun eigen materie juridische en praktische problemen. Ze signaleren problemen van op het terrein, vaardigen richtlijnen uit en stellen ontwerpen van omzendbrieven op voor het College van procureurs-generaal, waarna de informatie verspreid wordt naar de andere niveaus van het Openbaar Ministerie.

De expertisenetwerken, waarvan een belangrijke taak ook het opstellen van adviezen voor de minister van Justitie of voor het parlement is, hebben het ook mogelijk gemaakt de expertise binnen de parketten in kaart te brengen. Dit zal een belangrijk punt zijn bij de reflectie over de wet van 2013 tot hervorming van de arrondissementen. 

 

2004: Start van het project ‘kwaliteitsmodel’ 

Vanuit de duidelijke wens om de performantie van de parketten te verbeteren, werd in 2004 een kwaliteitsmodel opgestart voor het Openbaar Ministerie. Dit kwaliteitsmodel moet de parketten in staat stellen hun eigen werking te verbeteren en betekent een belangrijke stap in het beheer van de parketten.

 

2007: Start reflectie oprichting College van het openbaar ministerie

In 2007-2008 heeft het College van procureurs-generaal zich verder beraden over het functioneren van het Openbaar Ministerie. Ideeën als de hervorming van de arrondissementen, de oprichting van een College van het openbaar ministerie en de invoering van een autonoom beheer werden geboren. 

De procureurs-generaal beseften toen ook dat een secretariaat niet volstond om het College bij te staan. Wat nodig was, was een echte Steundienst die het hele Openbaar Ministerie zou ondersteunen.

Deze reflectie was belangrijk en zou enkele jaren later gestalte krijgen in de wet van 2013 tot hervorming van de arrondissementen, de wet van 2014 over de beheersautonomie, de oprichting van het College van het openbaar ministerie in 2014 en de oprichting van de Steundienst van het openbaar ministerie in 2015.

 

2013: Wet tot hervorming van de arrondissementen

Om de efficiëntie van de parketten te verhogen en de expertise te bundelen, was het nodig om het aantal gerechtelijke arrondissementen te verminderen. Dit gebeurde met de wet tot hervorming van de gerechtelijke arrondissementen. Die wet trad op 1 april 2014 in werking en verminderde het aantal arrondissementen van 27 naar 14. Het betekende een verdere stap naar een efficiënter Openbaar Ministerie.

 

2014: Wet over de beheersautonomie

De wet van 18 februari 2014 over de beheersautonomie geeft de rechterlijke orde de beslissingsbevoegdheid en verantwoordelijkheid voor hun organisatie.

Het doel is zich te voorzien van moderne beheersinstrumenten zoals de ontwikkeling van statistische instrumenten voor onder meer de korpschefs, BPM (Business Process Management), het allocatiemodel, de werklastmeting, de oprichting van een Bureau Strafrechtelijke Kwalificaties voor het volledige Openbaar Ministerie en de ontwikkeling van een communicatiebeleid.

 

2014: College van het openbaar ministerie 

Na de aanneming van de wetten over de justitiële hervorming in 2014 (gerechtelijke arrondissementen en autonoom beheer) werd in datzelfde jaar een tweede College opgericht op het niveau van het Openbaar Ministerie: het College van het openbaar ministerie.

Het College van het openbaar ministerie is rechtstreeks geïnspireerd door het College van procureurs-generaal. Naast de vijf procureurs-generaal bestaat het uit de federale procureur, drie leden van de Raad van procureurs des Konings en een lid van de Raad van arbeidsauditeurs. Samen buigen zij zich over alle aangelegenheden die het goed bestuur van het Openbaar Ministerie aanbelangen en over de uitvoering van het strafrechtelijk beleid.

 


2015: Oprichting Steundienst van het openbaar ministerie  

In 2015 ziet de Steundienst van het openbaar ministerie het levenslicht. Wat voorheen een secretariaat was met juristen en statische experten, werd in 2015 een volwaardige Steundienst voor het volledige Openbaar Ministerie.

Vandaag telt de Steundienst van het openbaar ministerie, onder leiding van directeur Jan Poels, 62 medewerkers. Sinds december 2021 bevindt de Steundienst zich in een nieuw gebouw aan de Guldenvlies-laan 87 in Brussel, waar het zich verder ontwikkelt om de entiteiten in al hun opdrachten te ondersteunen.

 

 

2022-2023-2024: Op weg naar autonomie 

De jaren 2022, 2023 en 2024 zijn de jaren van de invoering van de beheersautonomie. In samenwerking met de drie pijlers, de FOD Justitie en de beleidscel van de minister van Justitie zal de rechterlijke orde evolueren naar beheersautonomie.

Autonomie heeft drie doelstellingen:

  • De burger onafhankelijke, moderne, snelle, efficiënte en betrouwbare onderzoeken, vervolging en rechtspraak garanderen.
  • De burgers een kwalitatief strafrechtelijk beleid bieden.
  • Alle leden van de rechterlijke macht een passende en beter georganiseerde werkomgeving bieden.

Het uiteindelijke doel van de autonomie is een kwaliteitsvolle Justitie voor de burger, waarbij elke pijler en elke partner zijn hoofdtaken beter kan uitvoeren. In het algemeen belang. 

Autonomie is geen doel op zich, maar maakt deel uit van het proces van reflectie en verbetering dat sinds de jaren 2000 aan de gang is. 

 

 

Ander Artikel