Vanuit een grote nood aan een meer effectieve aanpak van jonge delictplegers in de overgang naar de meerderjarigheid, richt de rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, in samenwerking met het parket, het justitiehuis, CAW, Moderator VZW en Stad Antwerpen (Kompas+) een jongerenopvolgingskamer (JOK) op, die eind maart voor het eerst zitting zal houden.
De jongerenopvolgingskamer is ontstaan uit de nood aan een alternatieve en ketengerichte aanpak voor jongeren, waarbij kort op de bal kan worden gespeeld, iets wat in een klassieke correctionele procedure niet mogelijk is.
Verschillende partners hebben ingetekend op deze innoverende procedure, die erop gericht is jongeren met schuldinzicht en een hulpvraag uit het klassieke strafsysteem te lichten zodat ze aan hun rehabilitatie kunnen werken nog voor er sprake is van een eindvonnis.
Maatwerk, herstel en responsabilisering staan centraal.
De doelgroep
De JOK richt zich allereerst op jongeren vanaf 18 jaar, komende van KOMPAS +, een initiatief vanuit de Vlaamse gemeenschap en de stad Antwerpen waarbij minderjarige plegers van nabij worden opgevolgd. KOMPAS + merkt echter op dat sommige jongeren ook na 18 jaar verder opgevolgd dienen te worden. De JOK laat toe deze zogenaamde KOMPAS+ - jongeren onmiddellijk na het eerste feit dat ze als meerderjarige opnieuw plegen, terug 'bij de kraag te vatten'. De tweede doelgroep zijn jongeren tussen 18 en 25 jaar die geweldmisdrijven plegen. Uit de praktijk blijkt een grote nood om ook deze jongeren van dichtbij op te volgen. Vaak plegen zij in eerste instantie "beperkte feiten" maar door een gevoel van straffeloosheid, dat ontstaat door de duur van de gerechtelijke procedure en/of de gebrekkige strafuitvoering, gaan ze vrij snel over naar zwaardere feiten, vaak geweldmisdrijven. De JOK wil voorkomen dat deze jongeren over een beladen strafregister beschikken, aangezien dit hun toekomstmogelijkheden beperkt, de stap naar nieuwe misdrijven verkleint en ze zo in een neerwaartse spiraal terecht kunnen komen.
Verloop van de procedure voor de jongerenopvolgingskamer
Fase 1: voor de zitting
In de eerste fase zal het openbaar ministerie (OM) beslissen om een verdachte al dan niet te dagvaarden voor de JOK. Wanneer het OM een verdachte dagvaardt voor de JOK, zal er een aanmelding verstuurd worden naar het justitiehuis met de vraag om een maatschappelijke enquête en een JOK-plan op te stellen.
Het JOK-plan bevat het opvolgingstraject dat de beklaagde zal afleggen. De voorwaarden opgenomen in dit plan zijn gekoppeld aan actuele problematieken van de betrokkene. De voorwaarden zijn aanpasbaar gedurende het traject. Het maatschappelijk verslag en het JOK-plan worden opgesteld tegen de eerste correctionele zitting. De jongvolwassenen hebben ondertussen al een eerste contact gehad met de hulpverlening, zodat ze ook weten wat van hen daadwerkelijk verwacht wordt.
Fase 2: eerste correctionele zitting – inleidingszitting
De tweede fase omvat de eerste correctionele zitting, de inleidingzitting. Het OM geeft een uiteenzetting van de feiten en vordert een straf. De voorzitter gaat na of de beklaagde de feiten erkent en of hij bereid is om de opgestelde voorwaarden na te leven. De jongvolwassene ondertekent vervolgens het JOK-plan. De zaak wordt in voortzetting gezet op één maand.
Fase 3: opvolgzittingen
De opvolgzittingen vormen de derde fase. De zaak wordt hierbij maandelijks uitgesteld. Bij een positief verloop kan de voorzitter beslissen om de zaak uit te stellen op twee maanden.
Fase 4: vonnis
Op het einde van het traject volgt een gepaste uitspraak op maat. Dit vonnis is afhankelijk van een positief of negatief verloop van het doorlopen traject. Indien de jongvolwassene zich heeft ingezet, zal dit een positieve invloed hebben op de uitspraak en op zijn/haar strafregister. Dit zal uiteindelijk ook de toekomstmogelijkheden van de jongere in kwestie ten goede komen.