Wat zijn de grenzen van vrijheid van meningsuiting? Referentiemagistraat Alexandre François geeft duiding.

21 maart staat bekend als de Internationale Dag tegen Racisme en Discriminatie. Een dag die in het teken staat van verdraagzaamheid en de strijd aanbindt tegen racisme en discriminatie. Alexandre François, substituut-procureur des Konings en referentiemagistraat discriminatie bij parket Luik, vertelt hoe het Openbaar Ministerie de strijd hiertegen aangaat, welke rechten slachtoffers hebben en wat de grenzen zijn van de vrijheid van meningsuiting.

Alexandre: “Discriminatie bevat een aantal subfenomenen, waaronder racisme, homofobie… Telkens wanneer zich een bepaalde gebeurtenis of crisis voordoet, bijvoorbeeld corona of een economische crisis, merken we een polarisatie van meningen bij de bevolking die tot een meer radicale mening of zelfs geweld kan leiden. Dit zowel online als offline.”

“Voor sommige mensen is het gemakkelijk om van achter hun computerscherm snel te reageren op een sociale media bericht dat ze zien voorbijkomen. Ik zeg niet dat al deze mensen fundamenteel racistisch zijn, maar waar ze vaak niet bij stilstaan, is dat hun reactie onder de strafwet kan vallen. De reactie die ze verspreiden, kan anderen aanzetten tot een ergere mening en zelfs leiden tot gewelddadig gedrag in het echte leven. Dit omdat er op sociale netwerken bijna geen barrières zijn. Wanneer mensen geconfronteerd worden met de (online) haat die ze verspreiden, denk ik dat velen wel tot het besef komen dat ze overdreven hebben.”

Maar er zijn ook dossiers waarbij er geen enkel gevoel van schuldbesef is of geen enkele vorm van invraagstelling door de dader van de haatzaaiende uitspraken.

Alexandre: “Ik herinner mij een dossier van een klassiek burenconflict, waarbij er een conflict was tussen een man en zijn zwarte buurvrouw. Op een dag begon de buurman racistische opmerkingen te uiten naar zijn buurvrouw. Op een bepaald moment nam hij op straat een steen en gooide die in het gezicht van zijn buurvrouw, waardoor ze ernstig verwond raakte. Tijdens de hoorzitting bleek hij geen enkel schuldbesef te hebben, niet over zijn haatzaaiende uitspraken en ook niet over het gebruikte geweld. Hij verklaarde: ‘Ja, het was misschien een beetje onredelijk, maar als zij in haar land was gebleven, dan waren we niet in deze situatie terechtgekomen’. In dergelijke gevallen lijkt gevangenisstraf de enige oplossing, omdat werken aan een invraagstelling onmogelijk lijkt.”

 

De strijd tegen discriminatie maakt deel uit van de algemene strijd tegen discriminatie en haatmisdrijven, waarbij het Openbaar Ministerie een nultolerantie hanteert. - Alexandre François

 

De strijd tegen racisme en discriminatie

De strijd tegen racisme en discriminatie maakt deel uit van de algemene strijd tegen discriminatie en haatmisdrijven, waarbij het Openbaar Ministerie een nultolerantie hanteert. Dat betekent dat er een systematische strafreactie is in alle dossiers die verschillende vormen kan aannemen. Toch is opsporing, zeker bij online haat, niet altijd even makkelijk.

Alexandre: “Online gaat alles heel snel. Wanneer iemand iets publiceert, kan het snel gedeeld, becommentarieerd en opnieuw gepubliceerd worden door een hele reeks mensen. Afgezien van de publicaties die ons worden gemeld of die worden opgemerkt binnen lopende zaken, is het helaas moeilijk te weten wat er online gebeurt.”

“Hiervoor zijn er drie redenen. Ten eerste, Europa heeft niet met alle sociale netwerken een akkoord om mensen te identificeren. Ten tweede heeft in mijn ogen de federale politie meer middelen nodig. Binnen de politie is er een eenheid die gespecialiseerd is op dit gebied: de DJSOC-I2, de zogenaamde ‘internetpolitie’. Ze doen goed werk met de middelen die ze hebben, maar die middelen zijn te beperkt.”

“Ten slotte worden de meeste sociale netwerken gehost op Amerikaanse servers en de Amerikaanse wetgeving is echter helemaal niet dezelfde als die van Europa wanneer het gaat om vrijheid van meningsuiting. De Verenigde Staten willen wel meewerken aan het identificeren van personen die bijvoorbeeld haatzaaien op sociale media, maar publicaties verwijderen ligt moeilijker. Het past niet in hun visie op vrijheid van meningsuiting. Gelukkig zijn er onderhandelingen bezig op Europees niveau met de grote sociale netwerken om dit soort problemen op te lossen.”

Vrijheid van meningsuiting

Vrijheid van meningsuiting is een argument dat Alexandre regelmatig ziet voorbijkomen in de zaken die hij behandelt rond discriminatie en racisme.

Alexandre: “Vrijheid van meningsuiting is een vrijwel absoluut recht. Het gebeurt dan ook vrij vaak dat verdachten, vaak op aanraden van hun advocaat, tijdens de verhoren of in de rechtbank het argument ‘vrijheid van meningsuiting’ bovenhalen om te argumenteren waarom ze discrimineerden. Voor het aanzetten tot haat, geweld en/of discriminatie moet er sprake zijn van een bijzondere intentie bij de dader die bewezen moet worden. Dit om de vrijheid van meningsuiting maximaal te bewaren. Die bijzondere intentie kan alleen aangetoond worden in relatie tot de uitlatingen die zijn gedaan en de context van de feiten. Wat soms moeilijk te bewijzen is wanneer het slechts om één of twee zinnen of opmerkingen gaat op sociale media. Het aanzetten tot haat tegen mensen van buitenlandse afkomst is bijvoorbeeld strafbaar, maar dat betekent niet dat elke mening over migratiestromen strafbaar is.”

“Een ander voorbeeld is een zaak waarbij een journaliste een toenmalig lid van de islampartij interviewde. De man wilde de journaliste niet aankijken, en haar vragen niet beantwoorden, omdat ze een vrouw was. In eerste aanleg werd hij vrijgesproken, maar in beroep werd hij veroordeeld voor seksisme. Het arrest werd bevestigd door het Hof van Cassatie. Het delict van seksisme kwam hier niet uitsluitend tot uiting in woorden, maar eveneens door het gedrag van de dader. Alles hangt af van de context van de feiten. Wat soms een moeilijk evenwicht is en overtredingen zijn soms moeilijk vast te stellen.”

Alternatieve straffen

Een van de mogelijke straffen is een pretoriaanse probatie. Hiervoor werkt parket Luik onder andere samen met de vzw Territoires de la Mémoire.

Alexandre: “We hebben contact opgenomen met Terrritoires de la Mémoire. Dat is een vzw die een permanente tentoonstelling heeft over het nazisme en de gevolgen ervan tijdens de Tweede Wereldoorlog. De bedoeling is dat vanaf juni 2023 mensen daar naartoe gestuurd kunnen worden die, volgens het strafrecht, online meningen verspreid hebben. Het gaat daarbij uiteraard niet om gewelddadige personen, maar om mensen die hun gedrag in vraag kunnen stellen na dit bezoek. Dit initiatief is gelijkaardig aan het initiatief van de Kazerne Dossin in Mechelen, waarmee parket Antwerpen samenwerkt.”

“Ik zeg niet dat dit dé wonderoplossing is, maar we hopen dat deze mensen in de toekomst anders zullen reageren op de online of offline situatie die ze tegenkomen in hun leven. Voor het Openbaar Ministerie is de missie van repressie vanzelfsprekend, maar het is even goed belangrijk om mensen te sensibiliseren en recidive te vermijden. En dat kan met zulke initiatieven. Door mensen in een positie te brengen waarin ze zichzelf in vraag stellen, kan herhaling van het strafrechtelijk gedrag vermeden worden.”

“Daarnaast wordt in Luik sterk ingezet op de strijd tegen seksisme in de openbare ruimte, wat ook een vorm van haatzaaien is. Iemands waardigheid wordt hierbij ernstig aangetast. Om dit te bestrijden, doet de politie van Luik regelmatig patrouilles. Ze toont hiermee dat ze aanwezig is in de openbare ruimte, zodat de mensen (en potentiële slachtoffers) zich veiliger voelen en daders bewust worden van hun gedrag.”

Rechten voor de slachtoffers

Alexandre: “Wanneer je slachtoffer bent geworden van discriminatie of racisme is het belangrijk om klacht in te dienen bij de politie. Ik begrijp dat er misschien een terughoudendheid is om het politiekantoor binnen te stappen, maar politie en Justitie doen er alles aan om slachtoffers op te vangen, te begeleiden en een passend gevolg te geven van hun dossier. Als slachtoffer heb je trouwens het recht om je bij de politie aan te melden als benadeelde persoon. Hierdoor kan je als slachtoffer informatie krijgen over de uitkomst van jouw zaak, bijvoorbeeld wanneer die voor de correctionele rechtbank komt, en kan je eventueel ook vragen om jouw dossier te mogen raadplegen of om een kopie te krijgen indien je dat wenst. Slachtoffers kunnen ook worden bijgestaan door de dienst slachtofferhulp bij de parketten.”

“Vaak wordt gezegd dat het geen zin heeft om klacht in te dienen. Maar mocht morgen niemand nog klacht indienen, dan zullen de daders nog steeds vrij zijn om in de maatschappij te handelen zoals ze willen en zonder ooit lastiggevallen te worden. Deze situatie zou catastrofaal zijn voor onze samenleving en het samen leven in het algemeen. We moeten een duidelijke grens stellen dat racisme en discriminatie niet getolereerd worden en ervoor zorgen dat alles in het werk wordt gesteld om recidive te voorkomen.”

 

 

 

 

Ander Artikel