Op 25 november is het Internationale dag van de uitbanning van geweld tegen vrouwen. Over de hele wereld wordt er die dag stilgestaan bij het nog steeds voorkomende geweld tegen vrouwen. Eén vorm van geweld is seksueel geweld. Bij het parket Halle-Vilvoorde stromen de laatste vijf jaar (periode 2018 – 2022) jaarlijks gemiddeld 500 zo’n dossiers binnen. Een gesprek met Lieve Chrispeels, eerste substituut-PK en teamverantwoordelijke persoonsgebonden materies, over de stappen in dossiers van seksueel geweld, de doorlooptijd ervan en de uitdagingen hierin voor de regio.
Hoeveel dossiers van seksueel geweld met meerderjarigen stromen jaarlijks binnen bij het parket Halle-Vilvoorde?
Lieve: ‘Gemiddeld zien we de laatste vijf jaar, en dan spreek ik voor de periode 2018-2022, jaarlijks een instroom van 500 dossiers. Concreet: 472 in 2018, de volgende jaren 513, 495, 592, 648 in 2022 en voorlopig 478 in 2023. Een gemiddelde van 500 is best wel veel. Of ik in die hoge dossierlast redenen zie? Het is erg moeilijk om dat te beoordelen. Slachtoffers durven vermoedelijk sneller klacht neerleggen maar of er nu effectief meer feiten worden gepleegd daar hebben we geen zicht op.’
Welk proces volgt een dossier van seksueel geweld doorgaans?
Lieve: ‘Alles start met het grondig doornemen van het proces-verbaal. In een tweede stap kijken we na of de verdachte gekend is of niet. Daarna wordt het slachtoffer uitgebreid verhoord door de politie. En vervolgens begint de fase van het verzamelen van bewijs. Is die stap volledig afgerond dan pas wordt de verdachte door de politie verhoord. En wanneer dan al het bewijs is verzameld, alle gesprekken zijn gevoerd en de deskundigen hun verslagen hebben afgeleverd, is het aan ons, magistraten om een beslissing te nemen.’
‘Het is wel zo dat er ook dossiers zijn waarin onmiddellijk een gerechtelijk onderzoek wordt gevorderd en het verdere onderzoek door de onderzoeksrechter wordt gevoerd.’
Het onderzoek is afgerond. De magistraat moet beslissen. Welke mogelijkheden heeft hij?
Lieve: ‘In dossiers van seksueel geweld met meerderjarigen zijn er eigenlijk maar twee beslissingen die je kan nemen. In het eerste geval is er voldoende bewijs en dan zal de magistraat de verdachte voor de rechter brengen. In het tweede geval is er onvoldoende bewijs en dan zal de magistraat het dossier seponeren. Om het in cijfers uit te drukken. Van de gemiddeld 500 dossiers die jaarlijks instromen wordt er iets minder dan de helft geseponeerd.’
‘Ik wil wel benadrukken dat een beslissing om te seponeren niet zomaar wordt genomen. Op het moment dat we die beslissing nemen, is er heel veel onderzoek in het dossier gevoerd. En ja, soms moet de magistraat op het einde van de rit vaststellen dat er te weinig bewijzen zijn om het dossier te vervolgen en volgt er een sepot. Dit betekent niet dat het slachtoffer niet wordt geloofd, maar dat er te weinig elementen zijn om het dossier voor een rechter te brengen. Dit is voor de magistraat echt wel frustrerend soms, maar twijfel geldt altijd in het voordeel van de verdachte.’
Kan je iets vertellen over de duur van dit type van dossiers.
Lieve: ‘Dat is niet evident. Heel vaak spreken we van minstens zes maanden tot een jaar om alle verhoren, onderzoeken, verslagen en dergelijke meer af te ronden. Bovendien zijn bij dossiers van seksueel geweld veel partners betrokken: politie, wetsdokters, labo, psychiater en psychologen, deskundigen die de geloofwaardigheid van verhoren analyseren en de dienst Slachtofferonthaal.’
‘Zedendossiers hebben dus meestal wel een lange doorlooptijd. Maar grondigheid voor alles. Het parket Halle-Vilvoorde voert altijd een doorgedreven onderzoek in elk dossier van seksueel geweld.’
Zedendossiers vragen veel expertise. Is daar aandacht voor in al de processen en bij de partners?
Lieve: ‘Ja, daar is zeker aandacht voor. Nieuwigheden en evoluties worden stap voor stap uitgerold. Zo bijvoorbeeld is het de bedoeling om verhoren in zedendossiers in de toekomst uitsluitend door zedeninspecteurs te laten uitvoeren. Een andere evolutie ligt bij het medisch onderzoek na seksueel geweld. Vandaag wordt nog steeds de seksuele agressieset (‘SAS’) gebruikt. Deze set is, ondanks de ondersteunende en fantastisch goede zorgen van het medisch personeel, een ingrijpende procedure voor het slachtoffer net omdat ze heel intrusief is.’
En wat met het Zorgcentrum na Seksueel Geweld in de regio Halle-Vilvoorde?
Lieve: ‘Dat komt er. Alle partners hebben zich hierover al positief uitgesproken en de budgetten zijn vrijgemaakt. In het Zorgcentrum zullen slachtoffers van seksueel geweld 24 uur op 24 terechtkunnen voor medische zorg, psychische ondersteuning en forensisch onderzoek. Er zal ook worden gewerkt met een FOSTA (forensisch stappenplan), waarbij het medische onderzoek meer in het teken staat van het slachtoffer. Wie wil, kan ook een klacht neerleggen in het zorgcentrum, maar dat is niet verplicht.’
‘Een Zorgcentrum wil de drempel voor slachtoffers zo laag mogelijk leggen. Wanneer men slachtoffer wordt van zedenfeiten is het immers van groot belang om zo kort mogelijk na de feiten forensische stalen te laten afnemen. Voorlopig is het in Halle-Vilvoorde nog even werken op de ‘oude’ manier, maar ook deze begeleidt en omringt alle slachtoffers heel menselijk en met alle gepaste zorg.’
Lieve Chrispeels is eerste substituut van de Procureur des Konings en teamverantwoordelijke persoonsgebonden materies bij het parket Halle-Vilvoorde